Hoe het begon
Mijn inspiratie voor mijn kinderboeken kwam zomaar uit het niets, als een onverwachte golf die opkwam. Ik herinner me nog goed wanneer dat was. Binnen een paar dagen had ik het verhaal op papier gezet. Maar met de roman over Míu was het anders. Haar verhaal begon in mijn jeugd.
Al op jonge leeftijd raakte ik gefascineerd door de Shaolinmonniken dankzij een film. Veel later, in 2015, werd ik diep ontroerd door de indrukwekkende voorstelling Sutra. Die prachtige beelden kregen een plekje in mijn hoofd. In een eenvoudig, maar prachtig decor maakte choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui optimaal gebruik van de kracht, behendigheid en lichaamsbeheersing van de monniken. Het decor, bestaande uit 21 houten kisten, veranderde voortdurend – soms werd het een muur, dan weer een brug of tempel. Spectaculaire acrobatiek werd afgewisseld met humoristische en ontroerende scènes. Ik was gefascineerd door de negentien boeddhistische Shaolinmonniken uit China, die lieten zien hoe ze hun lichaam tot in de kleinste vezels beheersten. De spiritualiteit en lichaamsbeheersing van de Chinese vechtkunst waren tijdens dit optreden bijna tastbaar.
Met een poster van een vriend in mijn handen ging ik naar huis. Mijn schets voor een kinderboek over de Shaolinmonniken lag al klaar, maar hoe kon ik in woorden vangen wat ik had gezien? Het leek een onmogelijke opgave. Ik was diep geroerd door hun kracht en schoonheid. Daarom liet ik het verhaal even rusten, totdat een ontmoeting enkele jaren later alles veranderde. Een afspraak die oorspronkelijk voor iets heel anders bedoeld was, leidde tot een bijzondere ontmoeting. Toen ze haar verhaal deelde, voelde het alsof het personage uit mijn dagboek tot leven kwam. Er was meteen een klik. We gingen zitten en onze verhalen kwamen vanzelf. We spraken over wat ons bezighield. Ik vertelde over het onderwerp voor mijn volgende kinderboek, dat stof lag te verzamelen op mijn bureau. Ze onderbrak me: ‘Waarom schrijf je het dan niet gewoon?’ Haar vraag was eenvoudig en haar toon bemoedigend. ‘Waar ben je bang voor?’ ‘Ik ben niet zozeer bang, maar het voelt alsof er nog iets ontbreekt aan mijn personage.’ Ze keek me aan en vertelde over wat ze had meegemaakt in haar jeugd.
Toen ik haar verhaal hoorde, raakte ik ontroerd door de parallellen die er waren tussen haar jeugd en mijn schets voor dat boek. Mijn oorspronkelijke idee voor een kinderboek met illustraties schoof ik aan de kant. In plaats daarvan schreef ik mijn eerste roman voor jongvolwassenen. De belevenissen van mijn dierbare medeverteller als jong meisje en mijn fictieve vertelling verschillen bijna alleen qua tijdsperiode. Mijn ‘Míu’ leefde in een ver verleden, rond het jaar 500 na Christus. Soms leek het alsof ik niet zelf aan het stuur zat achter mijn toetsenbord, maar eerder dat de grootvader van deze vrouw iets in mijn oor fluisterde. Het was alsof hij, vanuit een wereld die ik nog moest ontdekken, mijn verhaal stuurde. Wat ook opvallend was, is dat mijn verhaal in alle richtingen leek te ontsporen. Terwijl ik het in grote lijnen had uitgedacht. Nieuwe personages doken op, figuren die ik niet eerder had bedacht maar die toch vertrouwd aanvoelden. Telkens wanneer ik over zo’n personage schreef, had ik het gevoel van herkenning: ‘Natuurlijk, dat klopt.’ Het was alsof verschillende levens samensmolten in dit verhaal. Haar jeugd werd de basis van mijn nieuwe werk. Elke keer dat ik haar sprak, voelde ik diezelfde vonk, een mix van inspiratie en de onverklaarbare band die we hebben. Toen ik haar vroeg hoe ik haar moest noemen in mijn dankwoord, stelde ze ‘Flits’ voor. We moesten allebei lachen. ‘Je bent meer dan alleen een ‘Flits’,’ zei ik. ‘Oké, dan noem ik je ‘Mijn lieve schrijfbondgenoot’.’
Terug in de tijd
Om samen met Míu op reis te gaan, moest ik een sprong terug in de tijd maken, naar ongeveer het jaar 500 na Christus. In die periode waren zowel Athene als Chang’an indrukwekkende steden. Athene stond bekend om zijn democratie en prachtige bouwwerken zoals het Parthenon, terwijl Chang’an dankzij de zijderoutes was uitgegroeid tot een enorme en diverse metropool. Beiden steden waren het centrum van culturele pracht en intellectuele uitwisseling én het was een tijdperk van kunst en filosofie. Een ronduit fascinerende periode.
Rond diezelfde tijd begon het verhaal van de Indiase monnik Bodhidharma, die in de 6e eeuw naar het noorden van China reisde. Daar werd het Shaolin-klooster het belangrijkste centrum voor Chinese vechtkunst. Dit markeerde het begin van een nieuw tijdperk voor het boeddhisme. Bodhidharma wordt gezien als de grondlegger van het zenboeddhisme en is bekend om de oefeningen die hij introduceerde om de fysieke en mentale gezondheid van de monniken te verbeteren.
De Shaolinmonniken inspireerden mij, maar in mijn versie van het verhaal verliep het anders. Niet een Indiase monnik, maar een meisje beïnvloedde de zelfredzaamheid van de monniken. Zij en haar Griekse voorouders legden de basis voor hun eerste stappen in zelfverdediging. Door dat meisje werden ze geïnspireerd en zo ontstond de vechtsport binnen het klooster. Het is natuurlijk niet mijn bedoeling om het oorspronkelijke verhaal tekort te doen, maar toen ik de legende las, vroeg ik me af: waar zijn de meisjes in dit verhaal? Waar is de vrouwelijke invloed? Dit verhaal is mijn interpretatie en een eerbetoon aan alle meisjes en vrouwen die vaak over het hoofd worden gezien in de geschiedenis.
Míu en Jee hebben nu een speciale plek in mijn hart. Voor mij vertegenwoordigen ze alle meisjes en vrouwen met een diepgaande ‘zachte kracht’ en kennis. Vaak worden ze gedwongen om hun schoonheid en kwetsbaarheid te verbergen vanwege onveilige omstandigheden, wat helaas zowel voor mannen als vrouwen een verlies betekent. Daarom draag ik dit verhaal op aan de vrouwelijke zachtheid die we allemaal ergens in ons meedragen.
Achtergrondinformatie
Jaren geleden wees een vriendin me op een lezing over de ‘Core Quantum Methode’. Ik voelde meteen een soort alertheid: daar moest ik bij zijn. Ik ging naar de lezing en was verrast door wat de spreekster te vertellen had. Wat ik die avond hoorde, voelde alsof ik een oude vriend onverwacht weer op de stoep zag staan. De spreekster ontmoette Kam Yuen, de grondlegger van de Yuen Methode, in Californië. Ze leerde zijn techniek en bracht deze kennis naar Europa. Haar kracht was het overbrengen van dit verhaal op een zeer duidelijke, zakelijke en vooral marketing gerichte manier.
Ik volgde haar een tijdje omdat ik het allemaal waanzinnig interessant vond en veel van haar kon leren. Toch besefte ik al snel dat ik dit zelf moest onderzoeken. Ik herinner me het moment nog goed: ik zat in een zaal, samen met mijn vriendin Marijke, op de voorste rij. Normaal gesproken ben ik te terughoudend om in een volle zaal vragen te stellen, maar deze vraag moest eruit. Ik stak mijn hand op en vroeg haar of de techniek die ze ons leerde niet alleen met de ‘mind’ werkt, maar ook met ons ‘hart’. ‘What about love?’ was mijn vraag. Haar reactie was kort en krachtig: “Don’t make it complicated.” Op dat moment was ik verbouwereerd. Misschien lag het aan de manier waarop ze het zei, maar hoewel haar antwoord technisch gezien misschien juist was, voelde ik dat ik dit zelf moest onderzoeken. En dat heb ik gedaan. Ik heb er lang over nagedacht en net toen ik bijna vastliep op het antwoord, gebeurde er iets bijzonders.
Het was nog vroeg in de ochtend en ik wilde mijn inkomende e-mails lezen. Ik startte mijn computer op, maar die crashte. Nadat ik hem opnieuw had opgestart, verscheen er onverwacht een filmpje. Het toonde een havik die met gespreide vleugels door een strakblauwe lucht zweefde. Dat raakte me meteen, want ik vind roofvogels fascinerend. Als ik ze zie, denk ik altijd: wauw! Wat wil je me vertellen? Ik geloof graag dat ze me soms laten weten dat ik op het juiste pad ben. Dit gevoel had ik als kind ook wanneer ik een sperwer of een buizerd zag. Soms cirkelen er buizerds boven ons huis en dan ga ik altijd naar buiten om ze te begroeten. Misschien is het gewoon het kind in mij, maar dat maakt me niets uit; ik vind het geweldig. Tot mijn verbazing bleek de havik in de video deel uit te maken van de website van Kam Yuen. Ik was perplex en besefte dat ik weer terug was bij de persoon waar ik moest zijn. Aangezien ik een paar maanden daarvoor zijn website had bezocht voor meer informatie. Toch was het bizar dat precies op dat moment dat filmpje op mijn beeldscherm verscheen. Sindsdien heb ik zijn boeken bestudeerd. Dr. Yuen was een 35e generatie Shaolin-meester en een pionier in de integratie van traditionele Chinese geneeskunde, vechtsporten en energiegeneeskunde. Hij werd opgeleid in de Shaolin-traditie. Hij ontwikkelde de ‘Yuen Methode’, een energetische genezingstechniek die elementen van traditionele Chinese geneeskunde, acupunctuur en chiropractie combineert. Deze methode richt zich op het identificeren en corrigeren van energetische onevenwichtigheden om de fysieke, emotionele en spirituele gezondheid te verbeteren. Hij schreef verschillende boeken en gaf trainingen en workshops om anderen te onderwijzen in zijn methode en filosofie. Zijn werk benadrukt het belang van zelfgenezing en empowerment. Zijn inspanningen hebben een blijvende impact op zowel de wereld van vechtsporten als de holistische geneeskunde en hij is een inspiratiebron voor velen die streven naar een gebalanceerd en gezond leven.
Kam Yuen is in juni 2023 overleden. Ik ben hem zeer dankbaar voor al zijn prachtige werk en de wijsheden die hij met ons heeft gedeeld. Inmiddels heb ik ontdekt dat bij manifesteren, je hart een belangrijke rol speelt. Met de kracht van je gedachten geef je richting aan wat je in je leven wilt creëren; met je hart effen je het pad. Vervolgens moet je natuurlijk wel uit je luie stoel komen om die eerste stap te zetten.
Terug naar Míu. Toen ik het manuscript teruglas, viel me op dat ik vaak het woord ‘hart’ had gebruikt. Om herhaling te voorkomen, heb ik dat later enigszins aangepast. Toch blijft het volgen van je hart een belangrijk thema in het boek. Hoe doe je dat eigenlijk? Wat is de rol van het hart en hoe is het verbonden met je intuïtie? Ik zie ons hart als de poort naar onze intuïtie, die ons in contact brengt met een dieper weten. Zelf heb ik enkele opmerkelijke ervaringen gehad waarbij ik iets heel zeker wist, maar niet waarom. Laat me je er één vertellen.
Samen met een medereiziger was ik onderweg. We stopten bij een benzinestation om te tanken en even te pauzeren en bekeken zo’n groot bord met een landkaart. Hij vroeg: ‘Ka, moeten we de linker of de rechter route nemen?’ Zonde erbij na te denken, antwoordde ik: ‘Linker.’ Dus namen we die route. Na een tijdje rijden hoorden we op de radio dat er een ernstig ongeluk was gebeurd op de andere route, waarbij veel auto’s betrokken waren. We keken elkaar veelbetekenend aan. Zulke momenten vergeet je niet snel. Maar het omgekeerde heb ik ook meegemaakt. Mijn innerlijke stem zei: nee, doe dat niet, ga niet. Maar ik ging toch, en dat heeft achteraf een grote impact op mijn leven gehad. Maar dat verhaal is voor een volgend boek.
Bronnen en inspiratie
De vele bronnen die ik niet meer kan achterhalen, gesprekken van lang geleden, gebeurtenissen die nu als een droom lijken, en de boeken die ik las—ze hebben allemaal hun sporen nagelaten in het verhaal van Míu.
Sommige dingen moet je nu eenmaal noemen. Niet omdat ze belangrijker zijn dan al die andere fragmenten die ergens in mijn geheugen op de achtergrond zijn, maar omdat ze net dat ene cruciale duwtje gaven.
Zoals de inzichten van de Shaolinmonniken en de woorden van de Koreaanse zenmeester Haemin Sunim. Door hen ben ik de wereld anders gaan bekijken. Niet radicaal anders, maar wel anders genoeg om hun wijsheden in Miu’s verhaal te verweven. Ook het verhaal van Antonio Manchado over ‘de agressieve man’ vond ik grappig zoals hij het vertelde, maar het illustreert op mooie wijze de boeddhistische manier van leven.
Daarnaast was ik onder de indruk van de baanbrekende kunstenaar Ai Weiwei uit China. Hij verkent thema’s als vrijheid, mensenrechten en de relatie tussen het individu en de staat, en daagt daarbij de bestaande conventies uit. Osho inspireerde me met een zin die ik nooit ben vergeten: ‘Je hart volgen is de grootste daad van rebellie.’ Het idee dat trouw blijven aan je eigen verlangens en overtuigingen een vorm van verzet is tegen de gevestigde orde, vind ik wel wat hebben.